De graphic novels Rembrandt en Andy staan al een eindje in onze Pulp deLuxe boekenkast te pronken. En onlangs gaf Uitgeverij Scratch Moishe uit, een samenwerking tussen de Nederlandse tekenaar Typex en Het Jüdisches Museum Berlin. Maar hadden we niet gelezen dat Typex had verteld geen biografieën meer te tekenen? We gingen even horen waarom hij van gedachte veranderd is.
door Veerle Devos.
(foto: Cyril Koopmeiners)
Rembrandt, Andy Warhol, Moishe, … Dit zijn allemaal toch grotere (beeldende) kunstenaars. Had je al een fascinatie voor deze namen voor je aan een werk over hun leven begon?
Eigenlijk heb ik enkel Andy Warhol zelf uitgekozen. Rembrandt was een opdracht van Het Rijksmuseum en Het Jüdisches Museum Berlin vroeg me om het verhaal van Moishe te tekenen.
Rembrandt was mijn internationale debuut en er werd daarna eigenlijk vanuit verschillende kanten geadviseerd om nog eens een biografie van een beeldend kunstenaar te brengen. Ik hou van de wereld van popcultuur, van muziek en films dus heb ik dan toch uiteindelijk voor Warhol gekozen omdat hij toch wat dichter bij mijn eigen leefwereld staat.
Ik moest zelf geen honderdduizend boeken lezen om meer te weten te komen over het onderwerp.
Bij alle drie jouw biografieën kwam er waarschijnlijk toch ook heel wat onderzoekswerk aan te pas?
Dat was vooral het geval bij mijn graphic novel over Andy. Daar heb ik me toch anderhalf jaar op moeten voorbereiden. Ik begon wel al meteen te schetsen. Ik start mijn werk altijd eerst in schetsvorm. In het begin werk je samen met verschillende uitgevers en die willen uiteraard zien wat voor boek het wordt.
Bij mijn onderzoek naar Rembrandt was het iets moeilijker. Er zijn namelijk niet zo heel veel persoonlijke dingen over hem te vinden. Maar eigenlijk vond ik dat best wel prettig want ik schrijf mijn verhaal liefst van al zelf. Ik probeer waarheidsgetrouw te werken maar ik heb ook niet zoveel moeite om daar eens van af te wijken. De waarheid is eigenlijk vreselijk subjectief. Ik houd me aan de feiten, maar er moet vooral een goed verhaal omheen komen. In de praktijk is een verzonnen verhaal geloofwaardiger dan een naverteld verhaal. Een verzonnen verhaal ontstaat uit een soort van interne logica en dan moet je je niet te veel laten afleiden dat er sommige gebeurtenissen bijvoorbeeld later in de tijd plaatsvonden. Als het maar in het verhaal past, dat maakt het allemaal wat geloofwaardiger en vooral veel mooier.
Werd jouw manier van vertellen dan nooit bekritiseerd door historici?
De pr-man van Het Rijksmuseum vertelde me indertijd dat hij aan de bezoekers van het museum eerst feiten over Rembrandt vertelde die verzonnen waren in de negentiende eeuw. Maar tegenwoordig vertelt hij gewoon mijn verhaal (lacht). Beide verhalen zijn verzonnen. Op de cover van mijn graphic novel Andy staat er dan als ondertitel ook te lezen: ‘Feitelijke fictie’.
In een interview voor een ander magazine vertelde je dat je na Andy geen biografieën meer wilde tekenen. Maar voor je laatste graphic novel Moishe en Het Jüdisches Museum Berlin heb je dan toch een uitzondering gemaakt?
Mijn laatste graphic novel Moishe is dan ook niet echt een biografie. Ik nam zes anekdotes uit het leven van Berlijns-Joodse filosoof Moses Mendelssohn en testte deze anekdotes op hun waarheidsgetrouwheid . Ik hou wel van een narratieve uitdaging. Ik heb echt alles uit mijn hoed gehaald wat ik voor een biografie kan verzinnen.
Dit aanbod om het verhaal van Moishe te vertellen kwam ook op een goed moment. Het was midden het corona tijdperk. Ik was bezig aan een eigen project en ik dacht ‘Ik kan mezelf nu weer een paar jaar gaan opsluiten om de hele tijd aan mijn eigen project te werken of ik kan dit kortere project ook aangaan’. De mensen van Het Jüdisches Museum Berlin waren zo’n aardige mensen en ik vond het bovendien een hele eer dat ze met mij wilden samenwerken.
Bij Andy was het echt wel zwaar leeswerk en dit wilde ik met mijn volgend project wel wat voorkomen. Ik wilde een nieuwe vorm van graphic novel vinden die de mensen niet te veel afschrikt. Dit is met Moishe toch gedeeltelijk gelukt. De mensen van het museum hebben de anekdotes gekozen maar ik kon overal mijn eigen draai aan geven. Het was voor mij ook een gemakkelijker project omdat ik alle historische informatie aangeboden kreeg. Ik moest zelf geen honderdduizend boeken lezen om meer te weten te komen over het onderwerp. Zij vonden het ook leuk om de mythes over Mendelssohn onderuit te halen. Het was een heel goede samenwerking.
Je won met Andy de Stripschapprijs in Nederland. Maar ik las dat je maar liefst vijf jaar aan dit album hebt gewerkt. Klopt dit?
Klopt! In die vijf jaar tijd zat ook het voorbereidingswerk en het maken van schetsen.
Ik las veel boeken, maakte er notities in en onderstreepte dingen die voor anderen misschien als futiel werden beschouwd maar voor mij net essentieel waren. In het boek heb ik het bijvoorbeeld over een gebeurtenis waarbij Andy en zijn vriend samen moesten douchen met andere jongens. Zijzelf waren een soort van ‘stumpertjes’ en ze stonden met hun buikje naar de muur omdat ze zich een beetje schaamden voor de andere jongens. Zijn vriend probeerde hem wat op te vrolijken door wat gek te gaan doen maar Andy gaf hem op zijn beurt een vreselijke snauw. Dit lijkt een heel klein feit in het groter verhaal maar voor mij leek het wel iets typerend. Maar ik heb me inderdaad wel erg in het verhaal van Andy verdiept.
Mag ik zo onbeleefd zijn om te vragen hoe je dit als tekenaar financieel kon trekken? Want vijf jaar is wel heel erg lang.
Wat grappig dat je daar meteen aan denkt, want lezers staan daar niet echt vaak bij stil. En het is inderdaad een groot probleem. Bij Rembrandt had ik totaal nog geen ervaring met het financiële aspect. Ik wist niet hoe lang mijn project ging duren. Ik kreeg een subsidie en een gage van Het Rijksmuseum. Maar alles was berekend op een jaar werk en ik deed er drie jaar over. Ik was echt failliet met schulden toen ik er klaar mee was. Nu heb ik mijn lesje wel geleerd. Ik vraag zelden nog subsidies aan voor mijn werk. Ik regel mijn administratie het liefst zelf. Nu ben ik voorbeeld ook aan een belangrijk project bezig, maar ik zorg ondertussen dat ik ook een aantal grote klussen doe. Ik zou het ook niet meer echt eerlijk vinden om subsidies aan te vragen. Ik kan gemakkelijk aan opdrachten komen, maar een beginnend tekenaar heeft die voordelen niet. Ik laat de voordelen aan hen over.
Wat mogen we in de nabije toekomst van je verwachten?
Ik ben al een hele tijd aan een eigen project bezig. Het wordt iets dat je kan vergelijken met Cloud Atlas van David Mitchell. Het zijn verschillende verhalen door elkaar. Op een bepaald moment wordt het verhaal afgebroken en start je in een nieuw verhaal in een andere tijd en een andere stijl. Maar naarmate je het einde nadert besef je dat alle verhalen met elkaar te maken hebben. Het deed me een beetje denken aan hoe ik vroeger als kind stripbladen las zoals Kuifje of Robbedoes. Deze bladen hadden vervolgverhalen die dan elke week net op het spannendste moment eindigden. Dan sloeg je de pagina van een spannende cowboystrip om en dan zat je plotseling bij de smurfen. Dit effect wil ik ook ervaren bij mijn nieuw verhaal.
Om nog een tipje van de sluier op te lichten: het thema van mijn nieuwe boek is het ‘Peter Pan-syndroom’. En oh ja: ook Michael Jackson wordt erin verwerkt.
Bedankt Typex! Je hebt ons nu al heel nieuwsgierig gemaakt naar je volgend werk. Het belooft opnieuw iets heel bijzonders te worden. We zien er naar uit.
Moishe telt 88 pagina’s en is verschenen bij Scratch Books.
Bestel Moishe »
Website Typex »