Miel Vandepitte is niet zomaar een stripauteur. Met zijn intrigerende, gedetailleerde werelden en fascinerende karakters weet hij de lezer mee te slepen in een dystopisch universum. Zijn recente werk, Dystopolis, bouwt voort op de futuristische thema’s die hij eerder verkende in Centralia. Wij spraken met Miel over zijn nieuwe graphic novel, zijn inspiratiebronnen en wat hij denkt over de toekomst van het medium.
door Veerle Devos.
Je vorige graphic novel, Centralia, had eerder een western-vibe. En met Dystopolis kies je eerder voor sciencefiction. Toch hebben beide boeken een futuristische sfeer. Vind je dat de toekomst eerder dystopisch of utopisch zal zijn?
Dat is een goede vraag. Als mensheid evolueren we steeds sneller, vooral op technologisch vlak. Het is moeilijk te voorspellen hoe de wereld er over twintig jaar uitziet, maar ik denk dat er elementen van beide zullen zijn: zowel utopische als dystopische. Op medisch vlak hoop ik op een utopische toekomst, maar er zullen ook donkere aspecten blijven, zoals in Dystopolis, waar kerken bijvoorbeeld voor sinistere doeleinden worden gebruikt.
In mijn ogen moet een slechterik een sterke motivatie hebben, iets waar iedereen zich in kan herkennen.
In Dystopolis lijkt de stad zelf een personage te zijn, net zoals Gotham in Batman. Heb je je laten inspireren door Batman?
Absoluut. Gotham is een prachtig voorbeeld van hoe een omgeving ook een personage kan worden. In Dystopolis zie je dat de stad een soort duistere kracht is die de personages beïnvloedt, net zoals in sommige Batman-verhalen. Ik heb zeker inspiratie gehaald uit Batman, en vooral uit verhalen zoals The Court of Owls, waarin een geheime organisatie de stad beter kent dan het hoofdpersonage zelf.
Je tekeningen zijn ongelooflijk gedetailleerd. Hoe lang werk je aan een grote spread?
Dat kan wel een maand duren. Niet elke dag fulltime natuurlijk, maar vaak werk ik meerdere avonden aan één spread. Voor de lijntekening heb ik meestal drie tot vier dagen nodig, en de inkleuring kan nog een extra dag in beslag nemen. Dus laten we zeggen dat een grote spread in een werkweek klaar kan zijn.
In veel verhalen, zowel in strips als films, worden slechteriken vaak onderbelicht. Wat maakt volgens jou een goede slechterik?
In mijn ogen moet een slechterik een sterke motivatie hebben, iets waar iedereen zich in kan herkennen. Mijn slechterik in Dystopolis is simpelweg iemand die altijd honger heeft en mensen opeet. Dat is zijn motivatie, en ik vind dat simpel en krachtig. Je hoeft niet altijd een ingewikkeld achtergrondverhaal te verzinnen. Soms is een fundamentele behoefte voldoende.
De twee hoofdpersonages, agent Billy en zijn stagiair Abdulla, vormen een uniek duo. Waarom koos je voor deze personages in plaats van een typische held?
Ik hou van het ‘buddy cop’-genre, zoals in films als Lethal Weapon. Door twee heel verschillende personages naast elkaar te zetten, kun je veel dialoog en expositie kwijt zonder dat het geforceerd aanvoelt. Billy is angstig en wil geen risico’s meer nemen, terwijl Abdulla jong en ambitieus is. Dat contrast maakt hun samenwerking interessant.
(lees verder onder de afbeelding)
Je werk lijkt vaak een balans te vinden tussen gruwelijke elementen en humor, zoals de kannibaal in Dystopolis. Vind je dat strips zich beter lenen voor die balans dan bijvoorbeeld films?
Ja, zeker. Strips creëren een bepaalde afstand door het tekenaspect. Er is geen geluid, geen geschreeuw als er iemand doodgaat, dus je kunt gruwelijke dingen makkelijker tonen zonder dat het te confronterend wordt. Dat geeft ruimte om zulke elementen luchtig te houden, wat in films vaak veel moeilijker is.
En dan, misschien een luchtigere vraag: winegums? Wat is het verhaal daarachter?
(Lacht) Ja, winegums zijn een beetje een zwakte van mij. Ik heb weleens een hele zak van 500 gram leeggegeten in één avond. Niet echt gezond, maar soms is het gewoon moeilijk te weerstaan.
(lees verder onder de afbeelding)
Je hebt veel werk gestoken in deze graphic novel. Liggen er al nieuwe projecten op de tekentafel?
Mijn doel voor het komende jaar is om zo veel mogelijk korte projecten te doen. Ik wil niet direct weer beginnen aan een graphic novel van 160 pagina’s. Momenteel werk ik aan een kort verhaal voor een Vlaams tijdschrift en een ander project voor een Nederlands bureau over de toekomst van circulair bouwen in 2050. Het is leuk om met korte verhalen verschillende onderwerpen te verkennen en dingen uit te proberen.
Bedankt voor dit fascinerende gesprek, Miel! We wensen je veel succes met je nieuwe graphic novel en duimen mee voor je toekomstige projecten.
Dystopolis telt 144 pagina’s en werd uitgegeven door Scratch Books.
Bestel Dystopolis »
Profiel Miel Vandepitte »