Welkom in Centralia, het eerste wapenfeit in de stripwereld van fresh out of college boy Miel Vandepitte, een debuut van bombastisch formaat met een relevante ondertoon en een gezonde dosis gekkigheid. Vergeet gaande weg maar snel het sociaal-maatschappelijke (opwarming van de aarde of zoiets) en maak plaats voor een dolle rit door de apocalyps van morgen.
door Antje Y.A.
Hoe maak jij de juiste balans tussen feit en fictie in je werk?
Het idee van een verlaten stad, waar de aarde lokaal is opgewarmd, heb ik van een aflevering van The Dollop, een historische Amerikaanse podcast. Er was dus echt een stadje dat zo heette, dat een inspiratie was voor dit verhaal. Behalve de naam zijn er echter maar weinig gelijkenissen tussen mijn versie van Centralia en de historische stad. Voor zo ver ik weet liepen daar geen Neusapen op stelten rond. Ik heb de historische setting wel als vertrekpunt gebruikt om er zelf nog van alles aan toe te voegen, maar het eindresultaat is onherkenbaar. Af en toe hoor je waargebeurde feiten of verhalen die te gek zijn om waar te zijn, en toch zijn ze echt gebeurt. Het zou stom zijn om die niet af en toe in strips te verwerken, of wel?
Wat mij betreft leer je het meeste door goed te kijken hoe andere tekenaars te werk gaan.
Welke post-apocalyptische werelden in de popcultuur golden voor jou als inspiratiebron?
De meeste zijn niet post apocalyptisch vrees ik. Urbicande van Schuiten en Peeters staat waarschijnlijk op de eerste plaats. Verder ook Arq van Andreas, Neo-Tokyo uit Akira, Gotham – vooral de versie uit The Court of Owls van Snyder en Capullo, de hemel uit Dragon Ball, met die lange draakvormige weg door de wolken of zoiets, de wereld van De Incal en tenslotte ook de brutalistische omgeving in Tremen van Pim Bos of de wereld in Beatrice van Joris Mertens, om ook een paar recente titels van eigen bodem te noemen. Die ik enorm goed vond.
Ik zou Zonnedorp uit Jommeke ook meerekenen als inspiratiebron. Daar muteren de inwoners ook voortdurend als er weer eens een experiment mislukt, veel meer nog dan in mijn apocalyptische Centralia. De lijst is waarschijnlijk nog veel langer dan dit.
Pulp deLuxe poogt een platform te zijn dat jong, onbekend of ondergewaardeerd talent een kans geeft. Heb jij enkele motiverende (of juist demotiverende) woorden voor aspirant stripmakers out there? Any tips from a master?
Eerst en vooral, ik ben zelf nog jong talent hé! Maar ik heb daar wel iets over te zeggen.
Mijn voornaamste advies is: lees strips, graphic novels en manga’s! Hoe meer hoe beter. Dat zou evident moeten zijn, maar ik heb het gevoel dat veel beginners om de één of andere reden hun neus ophalen voor vijfennegentig procent van wat de stripwereld te bieden heeft. Je kan het vergelijken met filmstudenten die denken dat ze alleen naar indie films mogen kijken omdat ze anders hun authenticiteit kwijt raken of zo. Tijdens mijn laatste jaar aan LUCA heb ik op een gegeven moment een poster aan de deur van het atelier gehangen met de aankondiging dat Stephan Louwes en ik de Moebius expo nabij Keulen gingen bezoeken en dat iedereen die wilde mee mocht komen. Er is niemand komen opdagen. Volgens mij wisten de meeste van mijn klasgenoten niet eens wie Moebius of Jack Kirby of Will Eisner zijn; maar ze gaan wel allemaal naar Grafixx om de meest obscure zines te kopen. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar het lijkt soms alsof mensen zich van al het andere afschermen van zodra ze één ding ontdekt hebben dat ze goed vinden. Het andere uiterste, maar toch heel gelijkaardig, zijn mensen die schetsboeken vullen met “manga kopjes” en de zoveelste One Piece-kloon te proberen maken, maar verder nergens in geïnteresseerd zijn. Die kwam je op LUCA School of Arts niet tegen, maar die zie je op Instagram dan weer overal. Ik denk dat het heel belangrijk is om voor zo veel mogelijk verschillende soorten invloeden open te staan, zelfs al wil je per se in één bepaalde traditie of stijl werken. Wat mij betreft leer je het meeste door goed te kijken hoe andere tekenaars of schrijvers te werk gaan. Zelfs als die aanpak voor jou niet werkt, leer je identificeren wat je niet aanspreekt, en dat is ook belangrijk.
In hoeverre speelt cinema een rol in je werk?
Het speelt niet zo’n grote rol eigenlijk. Wanneer strips te filmisch gaan doen vind ik dat zelden een voordeel. Dan worden het gewoon films zonder geluid en beweging. Eerder haalde je de beginscène aan, waar ik een soort van westernfilm-achtige “opening credits” gebruikt heb. Dat idee heb ik eigenlijk vooral van Tom King’s Mister Miracle gepikt. In die serie reeks ook steeds een 9-panel grid gebruikt, waar panelen met tekst en panelen met beelden elkaar afwisselen. Bovendien zie je in die scène op het middelste plaatje steeds de stad Centralia in de verte. Op die manier is er een soort visuele cadans die je niet echt kan creëren in films.
Het is zeker een meerwaarde als je filmisch aanvoelende sequenties kan maken, maar persoonlijk vind ik dat je er best nog iets extra bij kan komen kijken.
Moest jij ooit prooi worden van mensonterende mutaties hoe zou jij dan eruit zien? Spaar ons a.u.b. de details niet.
Kan ik niet gewoon in één van de X-men veranderen ? Beast is waarschijnlijk mijn favoriet en die heeft overal blauw haar. Is dat mensonterend genoeg? Ik zou me niet slecht voelen in een gespierd lichaam met blauw haar. In realiteit zouden er waarschijnlijk gewoon tentakels uit mijn neusgaten en navel beginnen groeien of zo.
Centralia telt 144 pagina’s en is verschenen bij Scratch.
Website Miel Vandepitte »
Bestel Centralia »