Vorig jaar maakten we in onze Graduation Show al kort kennis met de Roeselaarse Josse Pommé en zijn voornemen om zich voor iedere strip te laten inspireren door een filmregisseur en een kunstenaar. Gezien hij vorige week zijn debuut mocht maken op Pulp deLuxe met Grappo gaf ons dat de gelegenheid om wat dieper in te gaan op zijn stokpaardjes.
door Bruno Willaert.
Wat moet de lezer weten over jou?
Ik ben Josse Pommé, vierentwintig jaar en ik heb Grafiek gestudeerd in Gent. Ik hou onder andere van films, de barok en cola. Om mijzelf verder voor te stellen ga ik mijn werk voor mij laten spreken.
Hoe mijn strips eruit zien hangt compleet af van de artiesten die ik als basis inspiratie kies.
Vorige week publiceerden we Grappo op Pulp deLuxe, een kortstrip over een tovenaar en een puberende elf die overal lampen steelt. Hoe kwam je tot dit verhaal?
Het idee van de elf en de tovenaar zat al heel lang in mijn hoofd. Toen ik ergens tien of twaalf was maakte ik een reeks stripjes over een tovenaar genaamd El Magico. Allemaal heel naïeve onnozele avontuurtjes maakte die mee. Op bezoek bij de paddenstoelmensen, meevechten met een leger slakken met ijzeren schelpen, dat soort dingen. Doorheen de tijd werden mijn verhalen wat volwassener en El Magico en zijn toverkunsten moesten plaats maken voor verhalen over “het echte leven”. Dat heb ik een paar jaar gedaan maar ik ben nu vierentwintig en ik zit blijkbaar in de fase waarin ik mijn kindertijd als iets magisch en romantisch ben gaan zien. Ik herlas mijn El Magico’s en kreeg zin in ronde twee met een paar updates. De tovenaar is mee verouderd en iets minder happy-go-lucky geworden. Ik heb hem Marnix hernoemd naar mijn norse collega in de graanfabriek. De elf en het verhaaltje er rond was in feite het meest kinderlijke en onschuldige avontuur dat ik heb kunnen verzinnen om te contrasteren met het feit dat Marnix nu niet meer zo fit en strijdlustig is als in mijn kinderstrips. Grappo steelt lampen omdat hij een puber is, verslaafd aan leven en energie. Ik beeld mij in dat hij zijn huis/kruik aan het ombouwen is tot een elfen discotheek en dat hij vrouwtjes gaat proberen lokken met zijn mooie lampen. Maar dat zal voor een ander kortverhaal moeten zijn.
In jouw bijdrage aan onze onze Graduation Show vorig jaar vertelde je dat je je voor ieder werk laat inspireren door één filmregisseur en één schilder of tekenaar? Wie waren dat bij Grappo?
Bij Grappo heb ik mijn best gedaan om het magische gevoel van de eerste Harry Potter film op te wekken, met matig succes trouwens. Ik probeer het later nog eens opnieuw. Zoals Perkamentus uit de mist komt en de lantaarns dooft, komt El Magico om ze weer aan te steken. Chris Colombus is met zijn Harry Potter’s en Home Alone nogal een grote meneer geweest voor mijn kindertijd en nu opnieuw. De tekenstijl neigt een beetje naar Lee Bermejo. Die doet vooral Batman strips. Hij is maniakaal, tekent elk haartje, elk plooitje. Zijn liefde en toewijding voor de werelden die hij tekent inspireert mij. Het verheft hem tot veel meer dan gewoon een lopende band superheldenstrip arbeider. Trouwens, blijkbaar baseert hij zich ook op films voor zijn strips. Hij combineerde Batman met David Lynch! Elementen uit Eraserhead en Twin Peaks zien opduiken in een comic, geniaal!
Mogen we nog meer verhalen met tovenaar Marnix verwachten?
Ja, er ligt een verhaal van vijfentwintig pagina’s klaar voor afwerking over hoe Marnix zijn toverkrachten heeft verkregen. Dit keer Ridley Scott plus Gustave Doré. Al mijn verhalen spelen zich af in dezelfde wereld dus Marnix zal ook in andere dingen wel nog eens opduiken.
Je vertelde vorig jaar ook dat je eerst film en fotografie gestudeerd hebt in Brugge voor je naar grafiek / striptekenen overstapte. Is het daarom dat je strip er behoorlijk fotorealistisch uitziet?
Hoe mijn strips eruit zien hangt compleet af van de artiesten die ik als basis inspiratie kies. Ik heb laatst wat verhaaltjes geschreven met Hergé, Winsor McCay en Willy Vandersteen in gedachten. Die ga ik op een meer gestroomlijnde, klassieke manier tekenen. Dat fotorealistische van Grappo komt door Lee Bermejo. Hij gebruikt een Wacom wat de zaken wat versnelt. Ik heb het grootste werk op de analogie manier gedaan met vijf tinten inkt en potlood. Daarna met Photoshop prutsen aan de kleuren. Alles vullen met details geeft het geheel iets filmisch, maar ik heb gemerkt dat zo’n effecten ook met veel minder tekenwerk kunnen lukken. Dat zal goed voor mijn arm zijn.
Op je Instagram zag ik pagina’s van een strip met als personage King Klaus Leonid, die wel heel sprekend lijkt op Leopold II. Kan je daar al iets over vertellen?
Een paar jaar geleden begon ik aan de strip De Verjaardag van de Koning. Een Belgische variant op het boek De Meester en Margarita van Mikhail Boelgakov. In dit boek komt de duivel naar Moskou om corrupte communisten te pesten. In mijn verhaal worden een kille koning en zijn hof bezocht door de afgoden van de culturen die ze gekoloniseerd hebben. Achteraf gezien is het verhaal misschien een beetje te flauw voor zo’n beladen thema. Oorspronkelijk ging het daar eigenlijk ook niet echt over. De strip begon vooral als het portret van iemand met grootheidswaanzin. Er was geen sprake van kolonies of racisme.
De koning moest ook niet Leopold II voorstellen. Ik had mezelf als model gebruikt met een valse baard en blijkbaar lijk ik dan heel erg op die mens. Maar nu moet ik dus ofwel een andere setting vinden en een andere look voor mijn koning of ik moet nog eens nadenken over wat voor zinnigs ik eigenlijk te zeggen zou kunnen hebben over de geschiedenis van ons land.
Wat mogen we nog van je verwachten in de toekomst? Ga je je masterproef Nico nog verder uitwerken?
Nico de strip is ongeveer klaar maar heeft een nog een laatste make-over nodig met vooral nieuwe tekstballonnen en betere scans. Ik ben nu eerst een strip aan het afmaken over een Siamese tweeling die uit elkaar wil. Tim Burton plus Adam Hughes. Tegen de zomer moet alles getekend zijn, maar ik moet wachten op versoepelingen om nog wat extra modellen te regelen.
Grappo op Pulp deLuxe »
Profiel Josse Pommé »