We maken er een heel filmisch zondagavond van! Twee en een half jaar geleden stapt storyboarder Joris Mertens op de Workshop Jong Talent (intussen omgedoopt tot De Grote Strippitch nvdr) in het Stripmuseum met een grote tekenmap naar de stand van Oogachtend. Een aantal weken geleden resulteerde die ontmoeting in zijn debuutalbum Beatrice waarin, naast de nostalgische blik op het Parijs van de jaren 20, ook veel filmische referenties in voorkomen.
door Bruno Willaert
Wat moet de lezer weten over je?
Liefst zo weinig mogelijk! (lacht) Als het dan toch moet: ik ben indertijd na mijn grafische opleiding beginnen werken voor film en TV als freelance art director, grafisch ontwerper van rekwisieten, fotograaf, en storyboard artiest. Ik zit dus al een tijdje in de visuele vertelwereld en ben vertrouwd met filmtaal, en ook met het naar mijn mening niet onbelangrijke uitgangspunt “vertel het niet, maar toon het” (Show, don’t tell). Vandaar mijn idee om een tekstloos beeldverhaal te maken. Dat vergt evenwel meer vertelruimte, waardoor je Beatrice wat kan vergelijken met een kortverhaal of kortfilm. Er zit waarschijnlijk ook ergens een regisseur/acteur/cameraman verstopt in mij.
Wie weet blijkt dit boek achteraf alsnog een breed uitgewerkte midlifecrisis!
Je mag jezelf een laatbloeier noemen als je op je 51ste mag debuteren. Hoe komt het dat je nu pas naar buiten komt met dit verhaal?
Gedurende vele jaren in de cinema bleek ik één van de weinigen te zijn die kon tekenen, wat zeker in mijn voordeel werkte. Intussen is alles veranderd en zijn er wel meer mensen die op een degelijke manier ideeën kunnen illustreren en storyboarden. Ik heb ook het geluk dat ik graag samenwerk met een handvol regisseurs waarmee ik eenzelfde soort artistieke visie deel en je maar een half woord nodig hebt om elkaar te begrijpen. Diezelfde mensen zijn nu ook erg enthousiast over Beatrice en dat doet enorm plezier!
Het idee om eindelijk eens te beginnen met een eigen idee uit te werken lag al enige jaren op tafel, maar het is moeilijk om tijd vrij te maken. Ondertussen glijdt het leven geruisloos voorbij en ben je op een dag een vijftiger die in de Hema naar een lees- en tekenbrilletje op zoek gaat. Uiteindelijk heb ik beslist om echt jobs af te houden om het boek gemaakt te krijgen. Dat is wat akelig omdat je anderzijds wel telefoons blijft krijgen voor werk dat hoe dan ook door iemand moet worden gedaan, dus de kans is altijd bestaande dat je telefoon na een tijd stil blijft. Maar ik heb uiteindelijk dus met toegeknepen billen de knoop doorgehakt, en dat was meteen ook een engagement om de zaak ernstig te nemen. Ik ben inderdaad op meerdere vlakken een laatbloeier. Wie weet blijkt dit boek achteraf alsnog een breed uitgewerkte midlifecrisis! (lacht)
Vertel eens iets meer over je debuutalbum “Beatrice” dat onlangs bij Oogachtend verscheen?
De inspiratie voor het boek komt voort uit mijn enigszins melancholische verwondering over hoe oude foto’s van en door geliefden mettertijd ergens bij het vuil of op rommelmarkten terechtkomen. Foto’s van een mooi liefdespaar of een warm gezin uit een ver verleden, door niemand meer bijgehouden omdat iedereen met een emotioneel verbinding met die foto’s is overleden. Of achteloos weggegooid door ongeïnteresseerde nazaten. Zo kocht ik op een rommelmarkt ooit eens een pakket met foto’s uit de jaren ’30-’40, met erbij ook enkele handgeschreven brieven van een meisje dat tijdens de oorlogsjaren vruchteloos contact probeerde te zoeken met een jongen die ze door de omstandigheden niet meer had gezien. Het begon steeds met “Liefste Jean”. Zo’n dingen zetten me dan aan tot nadenken over hoe de vergankelijkheid van dingen dan toch weer sporen nalaat voor degene die er de juiste gevoeligheden voor heeft. Ik heb zelf ook, zoals Beatrice in het boek, effectief eens een oud fotoboek in een plastieken tas gevonden op een klein braakliggend terrein aan de rand van Antwerpen. Die ervaring was natuurlijk een mooie romantische aanzet tot het scenario.
Net als in “Midnight in Paris” van Woody Allen is ook je boek doordrenkt met een nostalgie naar het Parijs van de jaren 20. Vanwaar jouw fascinatie voor die periode?
In de eerste plaats was dit een logisch gevolg van de tijdsrekening die ik maakte voor de verschillende fases van het boek, eindigend met een soort epiloog in het heden, maar de periode net na de eerste wereldoorlog kenmerkt zich ook door een sterke drang naar modernisme in kunst, fotografie, muziek, film, enzovoort. Het hele interbellum (de periode tussen de twee wereldoorlogen) straalt dit uit. Ook de misleidend eenvoudig en fantastisch uitgelichte foto’s van filmsterren als Louise Brooks, Cary Grant, Gloria Swanson, Greta Garbo, … spreken erg tot de verbeelding. En natuurlijk de iconische typerende mode van de vrijgevochten ‘flapper girls’.
De gelijkenissen met Midnight In Paris vielen me pas na een poosje op omdat de film geen inspiratiebron was, en ik meen te mogen zeggen dat de insteek verschillend genoeg is om beide in een ander licht te kunnen bekijken. Anderzijds een zeer genietbare film trouwens!
We hebben elkaar voor het eerst 2,5 jaar geleden ontmoet op de Workshop Jong Talent (intussen herdoopt tot De Grote Strippitch nvdr) in Het Stripmuseum in Brussel waar je dit verhaal kwam pitchen aan uitgevers. Hoe is je strip intussen geëvolueerd?
Dat was een aangename kennismaking! Nou moe, is dat al zo lang geleden? Ik had toen, speciaal voor de workshop, een zestal pagina’s gemaakt van de aanvang van het verhaal, die trouwens in een relatief ongewijzigde versie in het boek zitten. Dat was toen ook alles wat ik had, maar ik had dit zo goed mogelijk voorbereid, omdat ik door mijn eigen professionele ervaring met presentaties van creatieve ideeën tegenover financiers en producers besefte dat ik één van de zovelen ging zijn en mijn idee dus gevat en éénduidig moest overkomen, met enkele keurige prints in meerdere exemplaren, gecombineerd met een korte inhoud en het opzet van mijn concept. Die workshop vind ik trouwens een zeer goed initiatief, en ook zeker in mijn geval een tastbaar startpunt geweest.
Zoals verwacht is mijn tekenstijl tijdens het werk wat geëvolueerd, vooral dan in de personages, en heb ik uiteindelijk het boek zo’n anderhalve keer getekend. In de lange periode tussen de pitch en de uitgave van het boek heb ik wat afgewisseld tussen Beatrice en mijn werk, tot ik samen met mijn zeer gedreven en enthousiaste uitgeefster Ann Jossart van Oogachtend uitrekende dat het meest opportuun was om het boek tegen de Antwerpse Boekenbeurs 2019 uit te geven. Vanaf toen was het 6 à 7 op 7 doorwerken om de zaak om de zaak op een aanvaardbare manier klaar te krijgen. De geëngageerde hulp van Johan Stuyck, afdelingshoofd Beeldverhaal op LUCA School of Arts Brussel, is ook bijzonder waardevol gebleken. Ik kende Johan nog in een jongere versie van eind jaren ’80, begin ‘90, toen hij net begon les te geven, dus het was een fijne hernieuwde kennismaking.
Waar haal je doorgaans je inspiratie vandaan?
Mijn inspiratie komt niet zozeer uit andere strips of boeken, maar eerder uit fotografie en films. Zo ben ik nogal beïnvloed door Franse films uit eind jaren ’60, begin ’70, met een Lino Ventura, Alain Delon, Catherine Deneuve, en natuurlijk ook de straatarchitectuur, auto’s en mode uit die periode. Dat is voor de lezer misschien niet altijd even opvallend, maar het was wel het startpunt voor de sfeerzetting.
Misschien wat vreemd om hier toe te geven, maar ik ben niet echt een intense stripliefhebber. Ik heb uiteraard wel wat ik m’n kast staan, maar heb dan relatief gezien meer fotografieboeken bijvoorbeeld. Een middelmatig of slecht getekend boek met een goed scenario zal ik nooit kopen; een prachtig getekend maar middelmatig verhaal dan weer wel. Maar ik ben zeker een bewonderaar van een Nicolas De Crécy, Gibrat, Gipi, Brecht Evens, Jorge Gonzales, en andere Pedrosa’s. We hebben hier nog wel een weg af te leggen om de Nederlandstalige strip uit de kneuterigheid te trekken naar een hoger niveau zoals in Frankrijk het geval is.
Wat mogen we nog van je verwachten in de toekomst?
Zelf verwacht ik in mijn tuin nog een kist vol goudstaven te kunnen opgraven en een fles champagne open te trekken bij het nieuws dat Beatrice alle verkooprecords doet sneuvelen, maar in de tussentijd is het plan om zo snel mogelijk terug een uitgewerkt idee op poten te zetten voor een nieuw boek. Er hangt momenteel een concept in de lucht boven mijn hoofd, maar dat moet nog een beetje aandikken. Ik heb voor Beatrice trouwens ook een mooie startersbeurs mogen ontvangen van Literatuur Vlaanderen, wat me efficiënt vooruitgeholpen heeft. De verwezenlijking van een toekomstig project zal in die optiek ook sterk afhangen van mijn financiële situatie, wat voor tekenaars altijd wel wat plantrekkerij en evenwichtsoefeningen inhoudt.
Beatrice bij Oogachtend »
Profiel Joris Mertens »