Er is een gezegde dat je nooit te oud bent om te leren. Voor Johan Neven was een opleiding stripauteur bij Syntra Hasselt de ontbrekende schakel dat een paar weken geleden uiteindelijk ook leidde tot zijn debuut op Pulp deLuxe met het kortverhaal Pottenkijkers. We wilden wel eens horen van hem hoe dat in zijn werk ging.
door Bruno Willaert.
Wat moet de lezer weten over jou?
Ik hou van film, kunst, boeken en natuurlijk ook strips, kortom, alles wat een verhaal vertelt in woord, beeld of een combinatie hiervan.
Alle vragen en onzekerheden wou ik laten binnenkomen bij een persoon waar de lezer zich mee kan identificeren.
Onlangs debuteerde je op Pulp deLuxe met Pottenkijkers. Ik moest spontaan denken aan de Nederlandse misdaadjournalist Peter R de Vries die vorig jaar vermoord werd, maar het gaat vooral over innerlijke dilemma’s. Vanwaar kwam het idee voor je strip?
Op zoek naar informatie over berichtgeving in Rusland botste ik op een artikel over een krant die een publicatieverbod opgelegd kreeg van de overheid. Om opnieuw te mogen publiceren, moest de krant eerst melden dat een artikel in de laatste editie over onfrisse praktijken in hogere kringen, berustte op leugens en gissingen. Het artikel repte echter met geen woord over de journalist die het bewuste artikel schreef. Dat zette me aan het denken. Werd hij op non actief gezet of ontslagen? Moest hij onderduiken omdat hij bedreigd werd? Was er eerder al een aanslag gepleegd op een collega die er het leven bij liet? Zal hij desondanks proberen de waarheid aan het licht te brengen? Hoe gaat hij dat doen? Lukt dat in zijn eentje of moet hij daar hulp voor inroepen van familie, vrienden of kennissen? Hoe reageren zij hierop? Al die vragen en onzekerheden wou ik laten binnenkomen bij een persoon waar de lezer zich mee kan identificeren.
Je krasserige stijl past wel goed bij het verhaal waarbij heel veel gesuggereerd wordt, ook op het einde.
Ik koos ervoor het verhaal te vertellen vanuit het standpunt van een kennis van de journalist. Omwille van het onderwerp en de beperkte lengte van het verhaal, wou ik het aantal personages en locaties zoveel mogelijk beperken. Oorspronkelijk had ik geen vast aantal bladzijden op het oog, maar het verhaal mocht niet te lang worden. Pagina per pagina schreef ik wat er moest gebeuren met flarden dialoog en ideeën voor de beelden. Eenmaal tevreden met de lengte, keerde ik terug naar bladzijde één en verfijnde pagina per pagina de beelden en dialogen. Zo kwam ik algauw bij een vast raster van vier even grote vakken voor alle bladzijden uit. De basis is stevig en voorspelbaar, maar het lijngebruik is wild en krasserig. Dit weerspiegelt het contrast tussen de vertrouwde omgeving enerzijds en de innerlijke spanning en angst anderzijds.
We zouden je een laatbloeier kunnen noemen, al bracht je eind jaren tachtig, begin jaren negentig in eigen beheer al strips uit. Wat heeft je stripopleiding bij Syntra Hasselt je bijgebracht? En waarom wou je je nu pas echt toeleggen op striptekenen?
Jarenlang werkte ik aan strips die ik zelden afrondde omdat ik altijd het gevoel had dat er iets aan schortte. Daarom durfde ik ze niet aan de buitenwereld te tonen. Toen ik merkte dat de stapel met werk in uitvoering alsmaar groter werd, besefte ik dat de koe dringend bij de hoorns gevat moest worden. In een nu-of-nooit stemming schreef ik me in voor een cursus stripauteur aan Syntra Hasselt, wat in tegenstelling tot een academische opleiding wel te combineren viel met een voltijdse baan. In de cursus brachten Geert De Sutter en Wim Swerts mij en de andere cursisten de kneepjes van het stripvak bij. Hoewel beide visies heel interessant waren, hunkerde ik naar meer.
Uit de opleiding bij Syntra ontstond je collectief De Potloodbende met enkele medestudenten. Wat willen jullie bereiken?
Uiteraard hadden meer mensen zich ingeschreven voor deze cursus stripauteur. Het was een toffe bende. Omdat Syntra Hasselt geen album meer maakte van de eindwerken, besloten wij het roer in eigen handen te nemen. We bundelden ze in een album dat we in eigen beheer uitbrachten. We liepen stripbeurzen af en dat album verkocht zo goed dat we al snel door onze voorraad uit waren. Maar we wilden meer, of toch een tiental onder ons. Al snel maakten we allen nieuwe strips die we bundelden in een tweede album. Dat werd helaas zeer lauw onthaald. Desondanks wilden we doorzetten en we maakten plannen voor nummer drie. Tijdens de pandemie werden die plannen tijdelijk opgeborgen.
Wat mogen we nog verwachten van je in de toekomst?
Momenteel werk ik aan een aantal korte stripverhalen maar er zit ook een alternatieve versie op een bekende Vlaamse stripreeks in mijn achterhoofd te borrelen. Daarnaast schreeuwen enkele lange verhalen om verstript te worden. Onlangs werkte ik deel één van een reeks autobiografische zines af, “KADERS”. Hou mijn Instagram pagina in de gaten.
Pottenkijkers op Pulp deLuxe »
Profiel Johan Neven »