In The Bries Space in Antwerpen loopt sedert een aantal weken de expo The last Ukiyo-e masters: Japanse prenten uit de 2e helft van de 19e eeuw. Wie niet vertrouwd is met de geschiedenis van de Japanse houtsnede hoeft nu niet hard weg te lopen. In deze Grensgebied-aflevering gidst curator Vladimir Ivaneanu je doorheen de kleurrijke wereld van de Ukiyo-e.
door Bruno Willaert
Laten we beginnen bij het begin: wat moet de lezer weten over Vladimir Ivaneanu?
Ik ben dus Vladimir, zoon van een Vlaamse moeder en Roemeense vader. Mijn vader was actief als scenograaf in zowat alle grote toneelmuziek in Vlaanderen en Brussel: NTGent, KVS, KJT, Opera van Vlaanderen, … maar overleed helaas op jonge leeftijd in 1989. Mijn moeder was leerkracht Frans met een grote interesse in het sociale en historische aspect van de menselijke interactie. Uit deze combinatie is een groot deel van mijn eigen interesses gegroeid. In het spoor van mijn vader ben ik kunst gaan studeren, of toch Vrije Grafiek, want ik wou niet hetzelfde als hem gaan doen omdat ik niet telkens als “de zoon van” wou gezien worden. Eigenlijk wou ik vanaf mijn 9e striptekenaar worden, maar die opleiding bestond toen nog niet op Sint-Lucas, dus ben ik dat gaan studeren wat er het dichtste bij aansloot en dat werd Vrije Grafiek.
Je moet één worden met het hout. Het hout voelen.
In mijn opleiding Vrije Grafiek aan het Sint-Lucas Hogeschool in Gent ontwikkelde ik heel snel een voorliefde voor alles wat te maken had met hout- en linosnede. Als kind werd ik aangetrokken door een boek over Japanse kunst dat in de bibliotheek van mijn vader stond. Tijdens mijn grafiekopleiding ben ik pas echt beginnen beseffen dat het een boek specifiek over de Japanse houtsneden was. Dit heeft het zaadje gepland om te verstaan hoe deze prenten werden gemaakt die er zo anders uitzagen dan wat ik tot dan toe had leren kennen in mijn opleiding. Na mijn opleiding ben ik me verder gaan verdiepen in groot formaat houtsneden, miniatuurschilderijtjes en de raadselen van de Japanse prentkunst leren ontrafelen. Ondanks dat ik toch iets anders studeerde dan mijn vader kan ik niet ontkennen dat het thema theater een grote en centrale riool speelt in mijn werk. Niet dat ik zozeer theater an sich weergeef maar eerder het idee van theater, nl. de kracht van de illusie en de suggestie en het spelen van een rol.
In de geest van mijn moeder ben ik in het onderwijs terecht gekomen. Eerst gaf ik les aan de lerarenopleiding van de Arteveldehogeschool en sinds 2010 ben ik één van de vaste leerkrachten in het Grafiekatelier van de Academie voor Beeldende Kunst van de Stad Gent. Dit is deeltijds kunstonderwijs. Ons atelier is gespecialiseerd in niet toxische grafiek, d.w.z. Het onderzoeken en ontwikkelen van de klassieke druktechnieken maar met nieuwe, minder schadelijke producten zodat deze minder of niet schadelijk zijn voor de eigen gezondheid en de leefomgeving. In 2007 kreeg ik de kans om in Japan de Japanse houtsnedetechniek te leren. Aangezien de Japanse houtsnede een waterbedrijven techniek is en zo goed als geen chemische producten gebruikt is dit zowat de meest milieuvriendelijke druktechniek en dus geef ik dit sinds 2012 ook als vast onderdeel in onze opleiding in de Academie in Gent. Daarnaast geef ik ook les over de geschiedenis van de grafiek en Illustratie in o.a. Het Plantin Instituut voor Typografie in Antwerpen. Maar ondanks dit goed gevulde programma blijf ik ondertussen ook traag maar gestaag eigen werk maken. In mijn meest recente tekeningen en houtsneden staat het thema identiteit centraal. Ik onderzoek al tekenend wat het betekent om het kind te zijn van twee culturen, nl. de Vlaamse en Roemeense. Daarnaast experimenteer ik met nieuwe snijtechnieken zoals het integreren van laser cutting.
Nog tot 6 februari loopt The Bries Space in Borgerhout de expo The Last Ukiyo-e Masters waarin 50 Japanse prenten uit jouw collectie tentoongesteld worden. Voor de leken: wie waren de Ukiyo-e Masters en vanwaar jouw fascinatie ervoor dat je er zo’n uitgebreide collectie op nahoudt?
Ukiyo-e wordt als term vaak gebruikt voor het aanduiden van de Japanse houtsneden die werden gemaakt tussen de 17e en de 19e eeuw in Japan. Daarom denken velen dat ukiyo-e dus een andere term is voor Japanse houtsnede. Dit is echter niet helemaal juist. Ukiyo-e is eigenlijk een kunststroming in Japan dat zich toelegde op het weergeven van de vluchtige wereld van entertainment en plezier, zoals theater (=kabuki), geisha’s en courtisanes en sumoworstelaars.
Vanaf de 17e eeuw nam de handel in steden zoals Edo, nu Tokyo genaamd, enorm toe wat zorgde voor een verrijking en opkomst van de handelaarsklasse. Maar door de strikte hiërarchie in de Japanse cultuur konden deze rijke handelaars echter, ondanks hun financiële positie, niet groeien op de sociale ladder en moesten ze dus hun geld ergens anders in investeren. Dit geld werd gebruikt voor extravagante kledij, het decoreren van de eigen woning, maar ook voor het ondersteunen van de kunsten, het theater en ook andere levensgeneugten zoals geisha’s en courtisanes. Al snel werd Edo de trendsetter voor een nieuwe levensstijl waarin schoonheid, maar ook de vluchtigheid van het leven centraal stond. Dit levensconcept werd omschreven met het woord ukiyo wat eigenlijk vlietende (vluchtige, voorbijglijdende) wereld betekent. Ukiyo-e kan je letterlijk vertalen als beelden van de vlietende wereld. Deze beelden konden zowel geschilderd als gedrukt zijn, maar vandaag de dag zijn bij ons vooral de prenten bekend waardoor het nogal vaak als synoniem wordt gebruikt voor de Japanse prentkunst. Ukiyo-e meesters zijn dus kunstenaars die uitblonken in het weergeven van deze vlietende wereld en de meeste van hen deden dat op meesterlijke wijze in schilderijen, maar hoofdzakelijk in houtsneden. De meest geliefde thema’s waren mooie vrouwen, acteursportretten, sumoworstelaars, historische gebeurtenissen en volksverhalen, landschappen, fauna en flora en natuurlijk ook erotische scènes. De twee gekendste ukiyo-e meesters zijn waarschijnlijk Hokusaï en Hiroshige. Maar er zijn er nog zoveel anderen die ook prachtige werken hebben gemaakt.
De prenten die nu getoond worden in The Bries Space vormen een onderdeeltje van mijn collectie. In het totaal heb ik nu een 200-tal prenten en originele boeken verzameld in de loop van de laatste 5 jaar. Voor deze tentoonstelling hebben we de prenten geselecteerd die theater en acteurs als thema hebben. Een thema dat vooral door Toyohara Kunichika en Tsukioka Kogyo op onovertroffen wijze werd verbeeld.
In de eerste plaats ben ik zo gefascineerd door ukiyo-e omwille van de uiterst verfijnde snijtechniek en het kleurgebruik. Japanse prenten zijn een feest voor het oog en dwingen enorm respect af, zeker als je weet dat alles wat je ziet gesneden werd uit een stuk hout. Maar daarnaast heeft mijn fascinatie voor deze prenten ook een kunsthistorische reden. Ukiyo-e verschilt enorm van onze eigen kunstgeschiedenis. Onze kunst is grotendeels gericht op het zo goed mogelijk weergeven van de wereld rondom ons, terwijl Japanse kunst die wereld niet zozeer wil imiteren maar veeleer haar essentie wil evoceren, oproepen. Deze manier van benaderen van de werkelijkheid zorgde op het einde van de 19e eeuw voor een ware revolutie in de Westerse kunstgeschiedenis. Je mag gerust stellen dat zonder de ontdekking van de Japanse kunst onze moderne kunst er helemaal anders zou hebben uitgezien. Alle grote kunstenaars zoals Monet, Gauguin, Munch, Van Gogh, Degas, Redon, Cassatt, Beardsley, Whistler, enz. waren verwoede verzamelaars van Japanse prenten. Maar wil je daar meer over te weten komen, dan ben je altijd van harte welkom op één van de lezingen.
Naast de expo zijn er ook nog rondleidingen, lezingen en workshops waarin je de deelnemers de kneepjes van het Japanse houtsnijden en drukken leert. Gaat er volgens jou niks boven de techniek van een houtsnede?
Houtsnede is één van de meest eenvoudige grafische technieken. Je hebt relatief weinig materiaal nodig om tot een drukbaar beeld te komen en je kan het als het ware aan je keukentafel doen. Ondanks dit eenvoudige karakter, is het echter wel een uitdaging om het weerbarstige hout onder controle te houden en moet je voortdurend rekening houden met het feit dat je eens iets te veel kunt wegsnijden. Deze uitdaging maakt het voor mij juist zo boeiend! Wil je het maximale uit het hout kunnen krijgen moet je hebt door en door leren kennen. Zoals Japanse meesters waarschijnlijk zouden zeggen: “je moet één worden met het hout. Het hout voelen.” Of wacht, zou dat eerder een Jedi-ukiyo-e master zijn die dat zegt?
Daarnaast vind ik het ook een leuke gedachte dat de houtsnede één van de oudste druktechnieken ter wereld is en dat werken in dit medium je dus als het ware een beetje verbindt met de kunst van de prehistorische mensen.
Maar voor mij is houtsnede ook de max, omdat het in vergelijking met de andere grafische technieken een zeer lage impact heeft op je gezondheid en je leefomgeving. Houtsnede is veruit één van de meest niet toxische druktechnieken die er bestaan.
Wie zijn de Ukiyo-e Masters die jou het meest beïnvloed hebben of die voor jou de referenties zijn?
Ik heb een grote voorliefde voor de iets minder gekende meesters van de 19e eeuw zoals Kuniyoshi, Kyosai, Kunichika, Bairei, Chikanobu en Yoshitoshi. Vooral hun ongebreidelde fantasie en kleurkeuzes zijn inspiratiebronnen voor mij. Maar ik ben in het begin zonder twijfel het meest beïnvloed geweest door de prenten van Kitagawa Utamaro en Sharaku. Tegenwoordig ben ik zeer geboeid door de portretten van de acteur Baiko, gemaakt door Kunichika, waarvan er nu enkele hangen in de expo. Ik zie een link tussen zijn en mijn manier van beeldopbouw.
Dat je Ukiyo-e ook in andere media tot leven kan wekken bewees de Italiaanse animator Pasquale D’Amico die een aantal kunstwerken tot leven bracht. Kan je in Ukiyo-e ergens ook een voorloper zien van de strip / het beeldverhaal?
Er zijn zeker verbanden te leggen tussen Ukiyo-e prenten en de strip/het beeldverhaal. Maar zeggen dat bijvoorbeeld de manga’s van Hokusaï rechtstreekse voorgangers zijn van de huidige manga is wat te kort door de bocht. De heldere, grafische stijl van de Japanse prenten kan je zeker als een visuele voorloper beschouwen van de huidige mangastijl. Soms vraag ik me zelf af of er geen link bestaat tussen de klare lijn van Hergé en de Japanse prentkunst.
Maar naast het visuele is er zeker ook de gemeenschappelijke interesse voor het fantastische en het verhalende dat Ukiyo-e en het beeldverhaal aan elkaar bindt.
Deze expo is het eerste deel van een trilogie. Wat mogen we nog verwachten in de toekomst?
In de volgende tentoonstelling tonen we ontwerptekeningen van mijn vader. Tekeningen die hij maakte als ontwerp voor decors en kostuums voor theater, film, opera of ballet. In de derde en laatste expo toon ik eigen werk waarin mijn interpretatie van het thema theater centraal staat, maar ook knipogen worden gemaakt naar de eerste twee tentoonstellingen.
The last Ukiyo-e masters: Japanse prenten uit de 2e helft van de 19e eeuw loopt nog tot 6 februari in The Bries Space in Antwerpen (Borgerhout).
Website The Bries Space »
Website Vladimir Ivaneanu »