Komende vrijdag opent in The Bries Space in Antwerpen de expo Space rolled up like a deer skin. Om je al wat voor te bereiden op deze tentoonstelling leek het ons het ideale moment om eens kennis te maken met beeldend kunstenaar Samuel Vanderveken in onze rubriek Grensgebied op Pulp deLuxe.
door Bruno Willaert.
Wat moet de lezer weten over jou?
Mijn naam is Samuel Vanderveken, 38jaar. Ik ben meer dan tien jaar actief als kunstenaar en tentoonstellingsmaker en woon en werk momenteel in Schaarbeek, Brussel. Mijn hobby’s zijn wandelen, klimmen, lezen, yoga en muziek beluisteren. Ik sta hoopvol in het leven.
Zelf voel ik me het meest vrij in mijn tekeningen, maar stilaan durf ik ook in mijn schilderijen het juk van de kunstgeschiedenis van me af te gooien.
Momenteel lopen er 2 expo’s van jou in Antwerpen. De ene startte vorige zaterdag al in Shoobil Gallery en de andere komt er komende vrijdag aan in The Bries Space in Borgerhout. Wat mogen we daar verwachten?
Er worden op beide plekken recente tekeningen en schilderijen getoond. De tekeningen met kleurpotlood zijn eerder kleine formaten. Het zijn bijna rechtstreekse vertalingen van beelden die zich aandienen in mijn verbeelding, ergens tussen slaap- en waaktoestand of tijdens een kort meditatiemoment.
Pas een jaar of twee geleden ben ik echt terug beginnen tekenen, nadat ik van iemand een doos kleurpotloden cadeau had gekregen. Op zich wordt deze techniek geassocieerd met kindertekeningen, maar het is een heel fijn materiaal om, ook als volwassene, mee te werken. In het totaal toon ik een veertigtal tekeningen.
De schilderijen met acrylverf zijn telkens 90×120 cm en zijn eerder gevoelsmatig ingegeven. Hoewel het eenvoudige beelden lijken te zijn, vragen ze een degelijke voorbereiding en bij de uitwerking heel wat concentratie en geduld. Naar mijn gevoel zijn het beelden die uitgepuurd zijn tot een essentie.
Voor de schilderijen gebruik ik een specifiek merk acrylverf, Lascaux, wat op een natuurvriendelijke manier wordt geproduceerd in Zwitserland. Ergens rond 2014 ben ik afgestapt van het gebruik van allerlei olie-, lak- en spuitbus-verf en bewust op zoek gegaan naar het alternatief waar ik nu mee werk. Wanneer ik muurschilderijen realiseer werk ik nu met silicaat-verf, hetgeen ook natuurvriendelijk is.
Je inspiratiebronnen gaan van hindoeïstische filosofieën tot Camus.
Sta me toe deze vraag te beantwoorden via een omweg.
Een tijd geleden las ik de kunsttheorieën van Piet Mondriaan. Hij schrijft over een kunst voor de toekomst waar het individuele en het universele elkaar ontmoeten. Zowel het universele als het individuele zijn en blijven een mysterie. De zoektocht naar jezelf en het trachten te begrijpen wat het leven is, zijn zaken waar je een heel leven mee bezig bent.
Mondriaan zijn laatste schilderij, Victory Boogie Woogie, dat onafgewerkt in zijn atelier werd teruggevonden, toont aan dat zijn persoonlijke zoektocht naar het universele nog niet ten einde was. De zwarte horizontale en verticale lijnen uit de werken waarmee hij bekend werd, zijn hier verdwenen en opgebroken in vierkante kleurvlakjes. Pas op het einde van zijn carrière had hij zelf door dat zijn lijnen ook vlakken waren.
Persoonlijk, en op dit moment, vind ik het “universele” terug in o.a. de theorieën van Camus en het Kashmir Shaivism, een Indisch filosofisch systeem.
Camus spreekt in zijn boek “De mythe van Sisyphus” over het absurde bestaan. Een bestaan waar de vragende mens geconfronteerd wordt met het zwijgende universum. Daarnaast geeft hij ook het besef mee dat buiten de onontkoombare dood, het leven volledig vrij is, of toch zou moeten zijn. Hetgeen ik interpreteer als een uitnodiging om je er zonder remmingen in te gooien. In mijn praktijk uit zich dat in de vrijheid die ik mezelf gun om te evolueren en mezelf telkens te verrassen.
Kashmir Shaivism is een “non-dualistische” traditie, hetgeen zoveel wilt zeggen dat alles met elkaar in verbinding staat. Eenvoudig uitgelegd zien ze het universum, de aarde en alles op onze aarde als deel van één groot levend organisme, dat verschijnt, verdwijnt en van vorm wijzigt. Jij en ik dus ook.
De titel van de expo bij The Bries space, “Space rolled up like a deer skin”, die ik vond in een boek over Indische schilderkunst, is aan dat idee gelinkt. De ruimte (space) wordt binnen dat idee iets manipuleerbaar, zowel in de verbeelding als op papier of doek. Elke tekening of schilderij vertrekt van “het niets” (ook wel Sunyata in het Boeddhisme) en is elke keer opnieuw een uitnodiging om een geheel nieuwe wereld te bedenken en uit te werken.
“Als in een graphic novel lezen we de virtuele associaties van Samuel Vanderveken.” lezen we in de uitnodiging van je expo bij Shoobil. Hoe is jouw relatie met het beeldverhaal?
Ooit heb ik animatie willen gaan studeren aan KASK, maar ben toen niet door de toelatingsproef geraakt. Achteraf gezien was dat een geschenk. Ik had toen nog niet door dat er in een tekenfilm 12 of 24 beelden per seconde gaan. Dat bandwerk zie ik mezelf niet doen. Maar de verbeeldingsrijke films van Hayao Miyazaki (Studio Ghibli), Fehérlófia van Marcell Jankovics of La Planète sauvage van René Laloux voeden mijn verbeelding nog steeds. Mind Game van Masaaki Yuasa (Studio 4°C) is nog zo’n geweldige film.
Tijdens een korte periode ben ik in mijn onderzoek met strip bezig geweest en heb toen twee boeken van Scott McCloud gelezen over hoe je strips maakt. Op dat moment heb ik ook pas echt begrepen dat een striptekenaar rekent op de verbeelding van de lezer om de overgang te maken tussen twee prentjes. Een voorbeeld van een kunstenaar die geweldig is in het maken zo’n van sprongen tussen twee opeenvolgende afbeeldingen is Mark Beyer, ook een enorm goeie tekenaar trouwens.
Tijdens mijn studie schilderkunst op Sint-Lucas Gent ben ik via een bevriend schilder, Dominiek Colpaert, vertrouwd geraakt met het ongelooflijke werk van Chris Ware. Zowel voor zijn lijnvoering als zijn kleurgebruik heb ik enorm veel respect. Andere namen van tekenaars waar ik regelmatig naar kijk zijn Winsor McCay, George Herriman, Charles Burns, Michael Deforge, Patrick Kyle en uiteraard Mœbius.
Ook nog op Sint-Lucas Gent, zat er op het moment van mijn studie, een topgroep in de richting illustratie met Brecht Evens, Brecht Vandenbroucke, Hannelore Van Dijck en Sarah Yu Zeebroek. Stuk voor stuk goeie kunstenaars en je merkte gewoon dat die elkaar omhoog duwden.
Om te antwoorden op je vraag, is het de enorme vrijheid die kunstenaars mogen en durven nemen wat me het meeste aanspreekt in het beeldverhaal. Ook de luchtigheid en de humor spreekt me erg aan. Het vakgebied “schilderkunst” draagt een hele zware, lange, ietwat stoffige geschiedenis mee. Er zijn genoeg voorbeelden van kunstenaars die de beeldtaal van de strip hebben geïnjecteerd in de schilderkunst om het nieuw leven in te blazen. Ik denk aan Peter Saul, Philip Guston, George Condo, Morten Buch, misschien zelfs Neo Rauch en dichter bij huis Walter Swennen en Nel Aerts.
Zelf voel ik me het meest vrij in mijn tekeningen, maar stilaan durf ik ook in mijn schilderijen het juk van de kunstgeschiedenis van me af te gooien.
Je bent de broer van tv-maker Thomas Vanderveken en de zoon van wijlen acteur Ugo Prinsen. In welke zin hadden zij invloed op jouw carrière?
Het klopt dat ik ben opgegroeid in een behoorlijk kunstminnend gezin. Er kwamen veel acteurs en andere kunstenaars bij ons over de vloer en we gingen met het gezin regelmatig op museumbezoek. Mijn vroegste herinnering aan zo’n uitstap is die aan de Foundation Vasarely in Aix-en-Provence. Mijn moeder heeft jarenlang workshops georganiseerd voor mentaal anders begaafde mensen. Ook daar kwam ik in contact met enkele kunstenaars.
Verder knutselde mijn vader af en toe wel eens een beeldend werkje in elkaar, maar was toch hoofdzakelijk begaan met het geschreven en gesproken woord. Mijn broer was naast zijn piano ook al van jongs af aan met voordrachtkunst bezig en is uiteindelijk, zoals iedereen weet, in die richting verder geëvolueerd. Zelf ben ik mezelf steeds beeldend blijven uitdrukken.
Op mijn carrière als kunstenaar hebben ze op zich niet zo’n grote invloed gehad. Hoewel mijn moeder me wel heeft gesteund in mijn ontwikkeling, heb ik het gevoel een heel eigen parcours te hebben gereden tot hiertoe. Mijn vader was al overleden toen ik schilderkunst ben beginnen studeren en mijn broer en zijn vriendin hebben een erg druk leven en eigen interesses. Veel mensen lijken er wel belang aan te hechten dat Thomas mijn broer is, maar hoewel we uit hetzelfde nest komen, denk ik dat we verder heel andere mensen zijn.
Wat mogen we nog van je verwachten in de toekomst? Er komt blijkbaar nog een boek aan bij Bries?
Dat komt er inderdaad aan, maar het ligt nog niet helemaal vast voor wanneer dat zou zijn.
Momenteel studeer ik ook nog een Educatieve Master aan LUCA School of Arts Brussel, waar ik mijn thesis wil schrijven over een alternatieve vorm van kunstonderwijs. Het kan zijn dat ik dat dan ook effectief zal gaan uitwerken, maar dat is nog heel vaag.
Alle tijd die ik verder beschikbaar heb, breng ik door in mijn atelier om verder te evolueren en nieuw werk te produceren. Uiteraard kijk ik ook uit naar verdere mogelijkheden om mijn werk te kunnen exposeren.
“Space rolled up like a deer skin” loopt van 9 oktober tot 1 november in The Bries Space, Stenenburg 15, 2140 Borgerhout (Antwerpen)
zie www.thebriesspace.be voor meer info »
Website Samuel Vanderveken »