Na een weekje ertussenuit geweest te zijn na de Plastieken Plunk is het tijd om de draad terug op te pikken. Een paar weken geleden publiceerden we nog The Gardeners van Sam Timmerman op Pulp deLuxe. Gezien hij binnenkort zijn eerste solotentoonstelling heeft in Antwerpen leek het ons geen slecht idee om een Grensgebied te wijden aan zijn werk.
door Bruno Willaert.
Wat moet de lezer weten over jou?
Ik ben geboren te Hasselt, wonend en werkend te Gent.
Het is pas sinds het aanvaarden van die onophoudelijke stroom aan plotse impulsen en het toelaten van verwrongen gedachten dat ik persoonlijker werk ben beginnen maken en gelukkiger ben geworden.
Een paar weken geleden debuteerde je op Pulp deLuxe met The Gardeners, een eenpaginastrip waarin een aantal tuinieren op die beperkte ruimte naarstig hun werk doen. Hoe begin je doorgaans aan zo’n pagina?
Dat varieert. De idee van The Gardeners is bijvoorbeeld ontstaan tijdens een hobbelige, lange treinrit met een kapperszaak in Hasselt als eindbestemming. Om die rit korter te doen lijken, vulde ik mijn tijd met het lezen van Karel Čapek’s Het Jaar van Den Tuinman, een roman die op komische doch tragische wijze het wel en wee van een tuinman verhaalt. Tijdens het lezen stelde ik me een beeld voor van een paradijselijke tuin, en met die voorstelling in het achterhoofd ben ik, eenmaal in Hasselt aangekomen, de kapperszaak binnen gestrompeld. Daar passeerden zaken zoals bowl cuts, ‘perms’ en frosted tips tijdens het gesprek (met de kapper) de revue.
Voeg deze elementen samen en je hebt het basisidee van The Gardeners. Uiteraard slopen er tijdens het tekenen van dat werk nog andere invloeden in, zoals fragmenten uit de videoclip van Around The World van Daft Punk en de film The Color of Pomegranates van Sergei Parajanov.
En het klinkt hier misschien wat tegenstrijdig, maar zelf beschouw ik The Gardeners niet echt als een ‘één-pagina-strip’, maar eerder als een autonome tekening. De ander mág dat natuurlijk interpreteren als een strip. Overigens zijn er weinig beeldromans of strips die me weten te raken. Slechts enkele boeken van Olivier Schrauwen brachten me in vervoering, alsook Passages van Martha Verschaffel. Martha stuurt je niet in een willekeurige richting, maar loodst je met een zachte, geruststellende hand doorheen haar verstilde beelden. Die subtiele ongedwongenheid, daar draait het voor mij ook om.
We zullen wellicht niet de enigen zijn die bij jouw werk spontaan aan Winsor McCay moeten denken?
Neen.
We lazen ergens dat je resoluut kiest voor een zo ongefilterd mogelijke ‘stream of consciousness’. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Leren loslaten en de dingen laten komen zoals ze zijn. Als ik nu bijvoorbeeld tijdens dit interview een zwarte zwaan voor mij zie die de liefde bedrijft met een opgezette blauwe eend, dan houd ik dat beeld van die twee parende eenden eventjes vast. Alles staat op pauze. Vervolgens wordt dat beeld bruut verstoord met een element dat er volstrekt niets mee te maken heeft. Servies bijvoorbeeld. De uitdaging bestaat erin om deze componenten met elkaar te verbinden. Daar ontstaat ‘het spel’.
Dat ‘spel’ oftewel spontaniteit heeft me geruime tijd angst ingeboezemd. Ik veroordeelde mijn eigen ideeën, moffelde ze onhandig weg en maakte daardoor geconstipeerd werk, dat inmiddels zo goed als volledig vernietigd is. Het is pas sinds het aanvaarden van die onophoudelijke stroom aan plotse impulsen en het toelaten van verwrongen gedachten dat ik persoonlijker werk ben beginnen maken en gelukkiger ben geworden.
Vanaf 27 mei kunnen we je werk bezichtigen op je eerste solotentoonstelling in Galerie Remy-Wezenbeek in Antwerpen. Wat mogen we precies verwachten?
Verwacht zowel oud als gloednieuw werk. Het opzet van die tentoonstelling is vooral om het leeuwendeel van mijn werk eens buiten de gesloten deuren van mijn atelier te kunnen presenteren. Ik voelde immers al een poosje de nood om afstand te nemen van al datgene wat ik al gedaan heb én om mijn tekeningen eens in een andere ruimte te kunnen zien. De expo biedt me hiervoor dus de ideale gelegenheid. Beschouw ze daarom gerust als een soort ‘momentum’ of ‘bezinning’. Overigens merk ik dat het voor velen de eerste keer zal zijn om mijn werk in het echt te kunnen bezichtigen, aangezien zij mijn tekeningen vooral in allerlei publicaties en op social media hebben zien verschijnen.
Je bent ook filmmaker. Heb je naast je tekenwerk nog ambities in die richting?
Op het gebied van film heb ik momenteel geen ambities. Ik heb wel geregeld ideeën die in de vorm van een film of video beter tot hun recht zouden komen dan in een tekening, maar die belanden steevast in de ijskast. We zien wel wat de toekomst brengt.
Wat ligt er nog op stapel voor de toekomst na je tentoonstelling? Zijn er al plannen voor een langere strip?
Plannen voor een langere strip zijn er niet meteen, al heb ik geleerd om niets meer uit te sluiten. Wel staat vast dat er in juni een bundeling van mijn schetsen en voorstudies van de afgelopen drie jaar wordt uitgegeven bij Moriso, volledig in riso.
Voorts begint mijn interesse in het lesgeven te ontkiemen. Het betreffende zaadje werd geplant tijdens het begeleiden van twee stagiaire afgelopen jaar. Ik heb dat enorm graag gedaan en de gedachte dat ik die twee mensen een beetje heb kunnen helpen met de ontwikkeling van hun werk gaf me voldoening. Overigens hield ik het vroeger amper voor mogelijk dat ik ‘lesgeven’ of het begeleiden van iemand zou kunnen verzoenen met de werkzaamheden in mijn atelier.
Vanaf 27 mei kan je het werk van Sam Timmerman dus bewonderen in de Galerie Remy-Wezenbeek in Antwerpen.
The Gardeners op Pulp deLuxe »
Profiel Sam Timmerman »