Letteren: Om en rond Deserteur van Halfdan Pisket
18 december 2016 


deserteurdoor Sébastien Conard

Vorige week plaatste Sébastien Conard de ontwikkelingen van de papieren striproman tegen het licht van het alomtegenwoordige internet. Vandaag onderzoekt hij de mogelijkheden verder aan de hand van het eerste deel van de trilogie Deserteur, van Halfdan Pisket.

Deserteur: weg van het stripverhaal en… terug?

Deserteur is het eerste deel van Halfdan Piskets trilogie over het levensverhaal van zijn vader. Het verscheen bij SubQ, een samenwerking tussen Uitgeverij Q en multimediabedrijf Submarine, dat tevens plannen heeft om Deserteur via andere visuele media te ontsluiten. Dat zo’n ‘moeilijk’, behoorlijk artistiek ogend stripboek, dat ‘zware kost’ biedt, de boekenrekken haalt mits een multimediale én digitale aanpak is niet verrassend, indien u het artikel van vorige week heeft gelezen. Het is op dit vlak immers do or die voor strips. Vernieuwende, hybride strategieën zijn even noodzakelijk als dat ze ‘natuurlijk’ lijken voor te komen. In dit geval ligt de schoonheid er in dat SubQ zich aan de Nederlandstalige editie van Desertør waagt en een mooi maar bescheiden of eerder mooi want bescheiden stripboek op de markt brengt.

Deserteur oogt als zo’n striproman hoort te ogen: barre zwart-wit tekeningen op eenvoudig maar smaakvol papier met een flexibele omslag. De cover kijkt je letterlijk brutaal aan maar gooit niet met schreeuwerige kleuren – lees: belooft niet meer dan het in huis heeft. Het gekozen formaat lijkt een terugkeer naar het grotere, klassieke stripalbum te behelzen en beantwoordt aan de volwaardige strippagina’s waaruit dit verhaal bestaat. Dat Pisket zelf spreekt over een ‘traditionele’ strip, neemt natuurlijk niet weg dat de stripromaneske inhoud en vooral de onconventionele bewerking daarmee in spanning komen te staan: ‘Because everything is fitted into squares it is a real challenge to make every picture as good as it can be within the boundaries of the frame.’ Het zal zeker de stripmakers onder jullie niet ontgaan dat bepaalde iconische inhouden en bijhorende beeldtaal niet even makkelijk in de strikte ritmiek van het vakjesverhaal valt te wurmen. Een politieagent die over een banaan uitglijdt is snel verdeeld over vier vakjes.

Het is weer een ander paar mouwen om het erratisch en complex relaas van je vader over zijn revolte aan de Turks-Armeense grens te verstrippen. Zeker als je, zoals Pisket, kiest om het verhaal grotendeels met een literaire maar niettemin zakelijke en opsommende voice-over in monoloog te leveren, en bovendien de vormen en figuren te laten fluctueren. Deserteur had evengoed een typische graphic novel kunnen zijn waarin op een realistische toon de peripetieën van een jongeman in het post-Atatürk Turkije begrijpelijk aan de man worden gebracht, via dialogen, actiemomenten en duidelijk onderscheiden scènes. Dit alles in aparte, thematische of chronologische hoofdstukken gegoten. Maar dan was het Piskets stripboek niet geweest. Deserteur rijgt nu eenmaal alles aaneen in één lange striproes vol wisselvalligheden. Enkel ‘het kaderverhaal’ biedt een zekere houvast: de protagonist vertelt ons zijn verleden vanuit een gevangenis waar hij dagelijks wordt gefolterd.

Wisselende gezichten

Het is hier immers moeilijk te zeggen wat ‘centraal staat’, zoals recensies dat graag omschrijven. Veeleer is het duidelijk wat ‘voorop komt te staan’: als je naar de cover kijkt krijg je meteen een woedend mannenhoofd voorgeschoteld, dat onder het kernwoord ‘deserteur’ prijkt. Wie of wat deze kwade jongeman deserteert, of hij zelf een deserteur is of op zo’n figuur kwaad is, zal uit de lectuur moeten blijken. Zo’n cover werkt eerder suggestief of als een kickstart dan werkelijk programmatisch. Maar het vele zwart, de striemen, de wallen, de donkere ogen kijken priemend aan en lanceren meteen een iconisch hoofdmotief: de zwarte cirkel, het oog, het gat, de strepen. Pisket speelt doorheen het boek met de grafische taal zelf, laat de basiselementen van zijn sikke striptekeningen (strepen, lijnen, arceringen) verglijden in narratieve betekenis.

deserteur-2

Ook de stijl is niet ‘verhard’ of al te consistent: Piskets clair-obscur doet afwisselend denken aan José Muñoz, Hugo Pratt, de vroege Mike Mignola, Didier Comès, Gipi of het werk van Egon Schiele. Wat vooral opvalt en bijgevolg voorop staat zijn dus die veranderlijke gezichten. Terwijl we min of meer lineair één hoofdpersonage volgen (Piskets vader) blijft diens gezicht aan velerlei verschillende variaties onderworpen, zoals dat ook het geval is met de omringende personages. Men kan er een expressionistische dimensie in zien: de veranderlijke lijn vertaalt dan wisselende emoties. Echter, de constante fluïditeit van de getekende figuren lijkt mij veeleer een literair procedé dat de representatie op losse schroeven zet. Het vermijdt om vaste smoelen toe te kennen aan fictieve, gefictionaliseerde of herinnerde personen. Bijgevolg wordt ook de lezer/kijker aangespoord om met de eigen, imaginaire invulling te werken, een beetje zoals dat plaatsvindt in de romans van Samuel Beckett, waar zowel de uiterlijke als de psychologische beschrijving van de hoofdfiguur steeds in productieve contradicties gedijt. In de striptaal van Pisket kan zo’n constante verglijding en vertekening de lezer misschien een beetje zeeziek maken, bij gebrek aan de vertrouwde, schematische ankers. Het is dan ook eerder op dit niveau, namelijk ter hoogte van het resulterend effect van een routineverbrekende dérive, dat een zeker ‘expressionisme’ werkzaam is: de lezer hoeft niet per se elke wijziging in het uiterlijk van de personages als een emotionele wissel te lezen – dat kan niettemin – maar vooral de lecturale verwarring die uit zo’n grafische fluctuering voortrolt werkt even bepalend als ritmerend.

De gezichtslozen

Met zo’n beeldende strategie viert Pisket (bewust of onbewust) ook een erg belovend aspect van ‘moderne’ stripverhalen, met name de multi-inzetbaarheid van de grafische enunciatie. Met dit begrip doelde Jacques Samson al eind jaren 1980 op de mogelijke meervoudigheid van getekende elementen, waardoor de lezer des te meer in een actief en constructief leesproces wordt betrokken. Cirkel, bol en sikkel komen in Piskets Deserteur in zovele varianten voor en roepen diverse betekenissen en (vorm)associaties op die als het ware ‘een eigen verhaal’ gaan leiden, of die rond Piskets basislijn alleszins gaan parasiteren als een polyfoon en productief netwerk. Zie ook Thierry Groensteens begrip van tressage of vervlechting.

deserteur-4

Even opmerkelijk als dat ze spookachtig-symptomatisch het kwaad gelaat op de cover echoën, zijn de non-gezichten van de zogenaamde ‘gezichtslozen’ een visuele metafoor waarmee Pisket de Turkse grenssoldaten in beeld brengt: jongemannen in uniform die als masker hetzelfde soort stoffen zak dragen dat te executeren deserteurs over het hoofd geschoven krijgen. De gezichtslozen hebben niettemin ‘ogen’, namelijk twee akelig getrokken cirkels die de gloeiende zon herhalen, de donkere maan, de gaten in het gezicht van de dode vriend, de lp van de vermoorde broer enzovoort. Het is ook wanneer de vader van de protagonist zijn oudste zoon verliest dat zijn ogen lijken te verdwijnen: in de plaats daarvan verschijnt ‘niets’, met name twee holtes of (concreter) twee vlekken op de strippagina.

In de fluctuerende beeldtaal van Pisket blijven enkel de gemaskerde gezichtslozen ‘identiek’ aan zichzelf en aan elkaar. Ze zijn bijgevolg vreselijk anoniem en inwisselbaar, dwingend onbepaald en straffeloos want mogelijk elk van ons. Ze bespoken reeds ‘en masse’ de binnenkaft en bevolken met hun afschuwelijke daden dit eerste deel van Piskets trilogie. Het is wachten op de volgende twee delen van zijn stripproject om te zien welke wendingen en wissels Pisket aan de dag legt om het verdriet van zijn vader een stem te geven alsook zijn niet zo erg vermomde zelfvertelling verder te zetten. Want uiteraard leest Deserteur als een vertekend legaat en als een oefening in auctoriële zelfrepresentatie. Benieuwend ook hoe de Nederlandstalige uitgever dit fijn stripboek een plaats zal geven tussen al die online onrust.







Gerelateerde berichten





More Story

Eindejaarsvragen 2016 (1)

We zijn de laatste weken van 2016 ingegaan en traditiegetrouw volgen dan de eindejaarslijstjes. Ook Pulp deLuxe ontsnapt...